Zefanja 3: 14-20
Ik zing de genade van de Heer
14 mensen van Zion,
Moet zingen!
Israël,
Moet juichen!
Mensen van Jeruzalem,
Moet vol vreugde en geluk zijn!
15 De Heer heeft uw straf weggenomen,
Verdrijf je vijanden.
De Heer van Israël is onder jullie,
U zult niet langer bang zijn voor een ramp.
16 Op die dag
Er moet iets tegen Jeruzalem te zeggen zijn:
“Wees niet bang!
Zion,
Wees niet zacht!
17 De Heer, uw God, redt,
De machtige Heer,
Hij zal zich in je verheugen vanwege jou,
Ik hou in stilte van je
En juich voor je vreugde.
18 Die zijn van jou,
Voor geen zorgen over de conferentie,
Omdat je de vernedering draagt,
Ik zal ze verzamelen.
19 Destijds
Ik zal iedereen straffen die je slecht behandelt,
En red je lamme,
Verzamel u die eruit werd gegooid.
Degenen die over de hele wereld worden vernederd,
Ik zal ze prijzen,
Bekend.
20 Destijds
Ik za